Door Dr. Jürgen Bühler, ICEJ President

‎Het lijdt geen twijfel dat Israël vandaag de dag groeiende steun geniet van de evangelische beweging. Soms wordt deze steun weinig begrepen, vooral omdat de Kerk eeuwenlang worstelde om het Joodse volk te accepteren en zelfs antisemitische acties tegen hen ondernam. Veel kerkvaders leerden dat God klaar was met de Joden en zij lieten hen in ballingschap achter, als teken van deze goddelijke afwijzing. Dit alles veranderde echter drastisch met het herstel van Israël, toen het volk als een natie terugkwam in zijn voorouderlijk thuisland. Toch blijft de vraag: waarom zouden we Israël vandaag de dag steunen? ‎

‎Ik nodig u uit om de volgende tien Bijbelse redenen te overwegen waarom alle christenen de Joodse natie en het Joodse volk zouden moeten steunen en zegenen.‎

Reden #1 God houdt van Israël

De profeet Jeremia zegt heel duidelijk: “Zo zegt de HEERE: Het volk dat aan het zwaard ontkomen was, heeft genade gevonden in de woestijn, toen Ik op weg ging om hem, Israël, tot rust te brengen. Van verre tijden af is de HEERE aan mij verschenen: Met eeuwige liefde heb Ik u liefgehad, daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid. Ik zal u weer bouwen en u zult gebouwd worden, maagd Israël.” (Jeremia 31:2-4) Na een tijd van oordeel (‘het zwaard’), wordt God gemotiveerd door Zijn ‘eeuwige liefde’ om Israël te herstellen. Merk op dat het een eeuwige liefde is … onophoudelijk, nooit eindigend! Het was deze liefde die Gods plan met Israël deed ontstaan (Deuteronomium 7:7), en deze liefde zal het ook tot een glorieus einde brengen (Romeinen 11:25-28).

Iemand vroeg me eens: “Hoe kan God een zondige natie als Israël liefhebben?” Het antwoord is eenvoudig: door dezelfde onvoorwaardelijke liefde die de Heer heeft voor de Kerk. Inderdaad, “Christus is voor ons gestorven toen wij nog zondaars waren” (Romeinen 5:8). Dus hier is een eenvoudige regel voor alle gelovigen: we moeten houden van wie Jezus liefheeft. Hoe is uw liefde voor Israël? Vraag God gewoon om u Zijn liefde voor het Joodse volk te geven.

Reden #2  God is een God die vasthoudt aan het verbond

God bevestigde Zijn belofte om Israël het land Kanaän te geven met een gezworen verbond. In Genesis lezen we hoe God aan Abraham verscheen om hem een land en nakomelingen te beloven zo ontelbaar als de sterren aan de hemel. Abraham antwoordde: “Hoe kan ik er zeker van zijn dat U dit echt zult doen?” God antwoordde door naar beneden te komen als een brandende fakkel die door offerdieren ging om de landbelofte met Abraham te bezegelen met een verbondseed. (Genesis 15:8-18)

Een van Gods belangrijkste karaktertrekken is dat Hij een verbondhouder is. In het verleden hielden sommige christenen vol dat God van gedachten was veranderd over Israël, hen had opgegeven en een nieuw verbond met de kerk had gesloten – het ‘nieuwe Israël’. Maar dat zou catastrofaal nieuws zijn voor elke christelijke gelovige in deze tijd. Moeten we met al onze zonden, lauwheid of gebrek aan toewijding, bang zijn dat God ook van gedachten over ons zal veranderen? Nee, want zelfs “als wij ontrouw zijn, blijft Hij getrouw. Hij kan Zichzelf niet verloochenen.” (2 Timotheüs 2:13) Dus de hoop voor zowel Israël als de Kerk is, dat God altijd Zijn verbondsbeloften nakomt – voor altijd!

Reden #3  God heiligt Zijn naam

In Ezechiël 36 beschreef de profeet krachtig hoe God het land en het volk van Israël in de laatste dagen zal herstellen. Wanneer Ezechiël hen ziet terugkeren uit de naties en vervuld met Gods Geest, geeft hij een duidelijke reden waarom God dit doet: “Ik spaarde hen vanwege Mijn heilige Naam. Het huis van Israël had die ontheiligd onder de heidenvolken waarheen zij gegaan waren.” (Ezechiël 36:21) Dan verklaart Hij aan Israël: “Ik zal Mijn grote Naam heiligen, die onder de heidenvolken ontheiligd is, die u in hun midden ontheiligd hebt. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, spreekt de Heere HEERE, als Ik in u voor hun ogen geheiligd word. Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen bijeenbrengen. Dan zal Ik u naar uw land brengen.” (Ezechiël 36:23-24)

Het is nogal verbazingwekkend dat de wereldmedia zelfs 73 jaar na de oprichting nog steeds zo bezig is met Israël. Zoals de Zwitserse theoloog Karl Barth in 1967 zei: “Nu kun je het in de kranten lezen; God vervult Zijn beloften.” Of zoals Ezechiël het zei: God heiligt Zijn heilige naam voor de hele wereld. Door naar Israël te kijken, kan de wereld zien dat God nog steeds leeft en dat Hij een God is die de belofte nakomt.

Reden #4  Israël is de sleutel voor opwekking en zegen voor de Kerk

Volgens de apostel Paulus zal het volledige herstel van Israël een ongekende zegen vrijmaken voor de Kerk. In Romeinen 11 doet Paulus twee verbazingwekkende uitspraken: “Als dan hun val voor de wereld rijkdom betekent en hun verlies rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun volheid!”(Romeinen 11:12); en: “Want als hun verwerping verzoening voor de wereld betekent, wat betekent dan hun aanneming anders dan leven uit de doden?” (Romeinen 11:15)

Paulus presenteert het als een bijna wiskundige formule. Kijkend naar het struikelen en verwerpen van Israël, ziet hij nog steeds de zegening van “rijkdom voor de heidenen” en “verzoening voor de wereld”. Dan kijkt hij naar Israëls toekomstige volheid en aanvaarding, en voorziet hij een nog grotere bevrijding voor de wereld van “leven uit de dood”.

John Wesley becommentarieerde deze verzen: “Zoveel profetieën verwijzen naar deze grootse gebeurtenis, dat het verrassend is dat een christen eraan kan twijfelen. Wanneer het is volbracht, zal het zo’n sterke demonstratie zijn, zowel van de openbaring van het Oude als van het Nieuwe Testament, dat ongetwijfeld velen zal overtuigen … Het zal overvloedig leven vrijmaken voor de wereld, die dood was.”

In Handelingen 3:19-20 ziet Petrus ook dat er voor een geestelijk hersteld Israël “tijden van verkwikking van de tegenwoordigheid des Heren” zullen komen. Ook zullen er “tijden van het herstel van alle dingen” komen, waarover de Hebreeuwse profeten spraken met betrekking tot Israël en de wereldwijde familie van God in de laatste dagen. Dat betekent dat het herstel van Israël de sleutel is voor iedereen die dorst naar de uitstorting die God nog voor de Kerk in petto heeft. Of om het anders te zeggen: als u dorst naar opwekking, bid dan voor Israël.

Reden #5  Wij zijn het verplicht aan de Joden

In zijn brief aan de Romeinen vertelt Paulus over zijn tijd bij de kerken van Macedonië. Ze schonken rijkelijk een liefdesoffer uit voor de ‘arme heiligen’ in Jeruzalem. Het was zo’n substantieel geschenk dat Paulus besloot het persoonlijk in Jeruzalem af te leveren. Maar waarom gaven ze zoveel? Paulus legt uit: “Maar nu reis ik naar Jeruzalem om de heiligen te dienen, want de gemeenten van Macedonië en Achaje hebben het goedgevonden enige handreiking te doen aan de armen onder de heiligen in Jeruzalem. Zij hebben het namelijk goedgevonden, en zij zijn het ook aan hen verplicht. Immers, als de heidenen aan hun geestelijke weldaden deel gekregen hebben, zijn zij ook verplicht hen met stoffelijke te dienen.” (Romeinen 15:26-27)

De gelovigen van Macedonië begrepen een belangrijk principe. Verlossing kwam naar de heidense wereld via Israël, en ze waren verplicht om een geschenk van dank terug te geven. Ook wij moeten niet vergeten dat Jezus Joods was, dat de auteurs van de Bijbel allemaal Israëlieten waren, en dat alles wat ons geloof vandaag de dag definieert – zelfs het offer van Jezus en de uitstorting van de Heilige Geest – in Israël plaatsvond door de Joden. Zo verklaarde Jezus zelf: “de zaligheid is uit de Joden.” (Johannes 4:22) Hebt u ooit uw dankbaarheid aan Gods volk getoond voor de manier waarop Hij hen gebruikte om ons de middelen van Zijn eeuwige genade toe te dienen? Zo niet, dan moedig ik u aan het Macedonische voorbeeld te volgen en uw waardering voor Israël uit te spreken.

Reden #6  Onze wortels liggen in Israël

Romeinen 11 bevat een botanisch wonder. Paulus verwijst naar een natuurlijke (tamme) of nobele, gecultiveerde olijfboom en een wilde olijfboom. Wilde olijfbomen zijn struikgewas dat oneetbare vruchten draagt. Paulus beschrijft vervolgens dat God iets doet wat geen enkele boer ooit zou doen. Hij snijdt ledematen af van de natuurlijke boom en ent daarvoor in de plaats wilde olijftakken. Normaal gesproken gebeurt dit precies andersom: edele takken worden op wilde bomen geënt om hun fruit te verbeteren. Maar Paulus verhaalt deze vreemde entingsoefening op Israël en de heidense naties. De wilde heidenen zijn geënt op de nobele Joodse olijfboom door geloof in Jezus en worden gevoed door het rijke sap van Messiaanse hoop dat opstijgt van hun profeten, aartsvaders en koningen.

Daarom zegt Paulus tegen de niet-Joodse kerk in Rome: “… beroem u dan niet tegenover de takken. En als u zich beroemt: U draagt de wortel niet, maar de wortel u.” (Romeinen 11:18) We moeten altijd in gedachten houden dat onze spirituele wortels niet in Rome, Genève of Asuza Street liggen. Onze geestelijke wortels liggen in Jeruzalem, bij Hebreeuwse profeten, Joodse apostelen, een Joodse Verlosser en een door Joden geschreven Bijbel (zie ook Efeziërs 2:11-13). Laten we dus onze spirituele wortels eren, wetende dat Paulus ook verklaart dat op een dag de oorspronkelijke natuurlijke, edele takken terug in hun eigen boom zullen worden geënt.

Reden #7  Nu is het de juiste tijd om te handelen

Psalm 102 is een van de krachtigste profetische passages in de Bijbel. Telkens wanneer ik de eerste 11 verzen van deze ‘Psalm van de bedroefden’ lees, zie ik voor mijn geestesoog de crematoria van Auschwitz en de uitgemergelde lichamen van Buchenwald. Het is een kreet van hopeloosheid, waar de psalmist zijn volk ziet verdorren als gras. Maar plotseling verandert de toon van deze psalm drastisch en wordt de toon er een van herstel, met als hoogtepunt dat de Heer ‘Sion opbouwt’ en ‘verschijnt in Zijn heerlijkheid’. (Psalm 102:17)

Het sleutelvers is vers 14, waar God plotseling actie onderneemt: “Ú zult opstaan, U zult Zich ontfermen over Sion, want de tijd om haar genadig te zijn, want de vastgestelde tijd is gekomen.” (Psalm 102:14) Het Hebreeuwse woord voor ‘vastgestelde tijd’ is mo’ed, dat ook wordt gebruikt voor de jaarlijkse feestdagen van Israël. Het zijn de vastgestelde of vastgestelde tijden van de Heer. We zouden ze moeten zien als eeuwige vermeldingen in Gods agenda met afspraken. En hier ziet de psalmist dat God een dag of seizoen heeft vastgesteld waarop het herstel van Israël zal komen.

Je hoeft geen profetie-expert te zijn om te zien dat deze vastgestelde dag is aangebroken. Al 100 jaar is de Heer bezig Sion te herstellen. God is opgestaan om actief barmhartigheid te tonen aan Sion. Daarom is het ook voor ons tijd om op te staan en ons aan te sluiten bij wat God aan het doen is.

Reden #8  God is veranderd in hoe Hij met Israël omgaat

Nu zou deze reden in eerste instantie bijna ketters kunnen klinken. Uiteindelijk geloven we allemaal dat God nooit verandert – toch? Hij is Dezelfde gisteren, vandaag en voor immer. Toch kondigde de Heer al eeuwen voor de geboorte van Christus aan dat Hij op een dag de manier waarop Hij met Israël omgaat zou veranderen. Dit wordt het best uitgedrukt door de profeet Zacharia. “Maar nu zal Ik voor het overblijfsel van dit volk niet meer zijn zoals in de vorige dagen, spreekt de HEERE van de legermachten. Want het zaad zal voorspoedig zijn, de wijnstok zal zijn vrucht geven, het land zal zijn opbrengst geven, de hemel zal zijn dauw geven. Ik zal het overblijfsel van dit volk dit alles in erfelijk bezit doen nemen. Het zal gebeuren, zoals u, huis van Juda en huis van Israël,
een vloek onder de heidenvolken geweest bent, zo zal Ik u verlossen en zult u een zegen worden.
Wees niet bevreesd, grijp moed. Want zo zegt de HEERE van de legermachten: Zoals Ik Mij had voorgenomen u kwaad te doen, toen uw vaderen Mij zeer toornig maakten, zegt de HEERE van de legermachten, en Ik er geen berouw over gekregen heb, zo heb Ik Mij in deze dagen opnieuw voorgenomen goed te doen aan Jeruzalem en aan het huis van Juda. Wees niet bevreesd!” (Zacharia 8:11-15)

Deze verzen beschrijven een totale omkering van hoe God zich tot Israël verhoudt. Het is een radicale verschuiving van versnellingen – van achteruit naar snel vooruit. In voorgaande eeuwen was het misschien moeilijk om Zijn voortdurende trouw aan Israël te zien. Kijkend naar verstrooide en vertrapte mensen, kwamen veel theologen in de verleiding om hun staat te zien als een eeuwig oordeel over de Joden. Maar God gaf Zijn volk nooit op. En vandaag hebben we geen excuus als het zelfs in onze kranten staat dat Sion wordt hersteld! En als God Zijn benadering van Israël heeft veranderd, dan zal Hij ook u helpen om op te staan ​​en Zijn volk te zegenen.

Reden #9  De Joden zijn de familie van Jezus

Dit is misschien wel de eenvoudigste maar krachtigste reden: Jezus is een Jood! Paulus zegt het zo: “Tot hen behoren de vaderen, en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus voortgekomen, Die God is, boven alles, te prijzen tot in eeuwigheid. Amen!” (Romeinen 9:5)

Ik sprak hier jaren geleden over in een kerk in Beieren. Een broeder kwam na de dienst naar me toe en zei: “Ja, het is waar, Jezus werd geboren uit een Joodse moeder. Maar je vergeet één ding. Toen Jezus uit de dood opstond, ontving Hij een verheerlijkt lichaam. Hij is niet langer Joods en nu is Hij de universele Broer van de hele mensheid.” Ik was echt onder de indruk. Jezus, de universele Broer van de mensheid. Het klonk geweldig! Maar in mijn Bijbel las ik in Openbaring dat Jezus in Zijn verheerlijkte lichaam nog steeds de “Leeuw van de stam Juda” is. (Openbaring 5:5) En de allerlaatste woorden van Jezus in de Bijbel zijn: “Ik ben de Wortel en het Nageslacht van David, de blinkende Morgenster.” (Openbaring 22:16) Dus zelfs in het allerlaatste hoofdstuk van het Nieuwe Testament herinnert Jezus ons eraan dat Zijn over-, over-, overgrootvader een Joodse koning uit Jeruzalem is. Door het Joodse volk te dienen, dienen we het aardse gezin van Jezus. En ik geloof echt dat Hij het opmerkt als we dat doen.

Reden #10  De Bijbel gebiedt ons om Israël te troosten

Ten slotte, en vooral, moeten we Israël zegenen omdat God ons dat gebiedt. Jesaja levert deze goddelijke imperatief door te zeggen: “Troost, troost Mijn volk, zal uw God zeggen.” (Jesaja 40:1) Dit is duidelijk geen oproep aan het Joodse volk, anders zouden ze zichzelf troosten. Het is eerder een oproep aan een heidenvolk dat God dient om naast Israël te staan en haar te zegenen en te troosten. Het is een gebod voor een tijd waarin Israëls strijd is vervuld (vers 2), een vastgestelde tijd wanneer God Sion herstelt. En Jesaja 40 is ook duidelijk geen suggestie of discussiepunt waar Hij onze mening uitnodigt. God Zelf, de Schepper van hemel en aarde die de sterren bij hun naam roept (Jesaja 40:26), zegt ons op te staan en in troost en liefde Zijn volk bij te staan.

Het is precies om deze redenen waarom de Internationale Christelijke Ambassade Jeruzalem in 1980 werd opgericht om Israël bij te staan en te troosten. En met Gods hulp zullen we dat de komende decennia blijven doen. Sluit u aan bij deze goddelijke en profetische roeping!

Door Dr. Jürgen Bühler, ICEJ President